Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Aethyl

betekenis & definitie

heet het eenwaardige radikaal C2H6, — een der termen van de homologe reeks der alkylen: CnH2n+1. Het is, evenals de andere radikalen dezer reeks, in vrije toestand slechts gedurende een onderdeel van een seconde bestaanbaar daar het zich direct met zichzelf verbindt tot een koolwaterstof: C4H10.

De groep aethyl kan in andere verbindingen ingevoerd worden met aethyleringsmiddelen. Zo bijv. met aethylchloride (chlooraethyl) of chlooraethaan C2H5Cl, een kleurloze vloeistof, kookpunt 12 gr., die met groenomzoomde vlam brandt en als narcoticum gebruikt wordt. Spuit men een straal chlooraethyl op een huidplek, dan bevriest deze door de snelle verdamping van het chlooraethyl en wordt daardoor gevoelloos. Ook aethylbromide C2H5Br, een zware vloeistof, kookpunt 38 gr., wordt als narcoticum gebruikt. Aethyljodide C2H5J, kookpunt 72 gr., een zware kleurloze, aan het licht rood wordende vloeistof, is ook een aethyleringsmiddel evenals aethylzwavelzuur C2H50S03H, dat ontstaat door vermenging van aethylalkohol en sterk zwavelzuur, en dat een stroopachtige, sterk zure, in water oplosbare vloeistof vormt.Andere aethylverbindingen zijn bijv. aethylalkohol en diaethylaether, kortweg alkohol, resp. aether genoemd aethylacetaat, (z esters), aethylnitriet C2H6ONO, een gele in water onoplosbare appelachtig riekende ester, kookpunt 16 gr., die bereid wordt uit alkohol, zwavelzuur en kaliumnitriet en die het werkzame bestanddeel vormt van Spiritus nitri dulcis, een bij sommige hartziekten gebruikt geneesmiddel.

DR J. VAN ALPHEN.

< >