Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Aernout van BUCHEL

betekenis & definitie

ook Arnoldus Buchelius, Nederlands oudheid- en geschiedkundige en genealoog (Utrecht 18 Mrt 1565 15 Juli 1641), promoveerde na studies te Leiden, Douai en Parijs, in 1593 te Leiden in de rechten en vestigde zich te Utrecht als advocaat. Openbare ambten heeft hij nauwelijks bekleed.

In 1611 wijdde hij zich alleen aan vooral historische studiën en relaties met de bekendste geleerden van zijn tijd. Zijn omvangrijke bibliotheek was vermaard. De meeste van Van Buchel’s werken zijn eerst na zijn dood uitgegeven. Het belangrijkste daarvan is wel het Diarium, bevattende een beschrijving van Utrecht en autobiografische, historische en velerlei andere aantekeningen over de jaren 1560-1599.

Katholiek van huis uit, is Van Buchel later tot het Calvinisme overgegaan. De meeste zijner handschriften berusten in de Universiteitsbibliotheek en het Rijksarchief te Utrecht. In het Gemeente-archief bevindt zich het rijk-geillustreerde handschrift Monumenta in templis (van Utrecht).MR J. W. C. VAN CAMPEN

Bibl.: Johannis de Beka et Wilhelmi de Heda, de episcopis Ultrajectinis recogniti et notis historicis illustrati ab A.Buchelio . . . libri (ed. Lap van Waveren, Ultr. 1643); Traiecti Batavorum Descriptio (ed. Van Musschenbroek, 1817, Muller 1904, Bijdr. en Med. Hist.

Gen. XVII); afzonderlijke buitenlandse uitgaven van zijn reisbeschrijvingen, getrokken uit het Diarium (1900-1904); Diarium (ed. Brom en van Langeraad, Werken Hist. Gen. 3e S.

XXI, 1907); Notae Quotidianae (ed. van Campen, Werken Hist. Gen. 3e S. 70, 1940).

Lit.: Inleidingen op de Diarium- en Notae Quotidianae uitgaven voornoemd; artt. opgegeven in Catalogus der Bibl. over Utrecht (Gem. archief); S. Muller Fz., Schetsen uit de Middeleeuwen, Nieuwe Bundel, 378; J. F. van Someren, De Utr. Universiteitsbibliotheek, 25; G.

J. Hoogewerff en J. Q. van Regteren Altena, A. B.

Res Pictoriae (Quellenstudien zur Holl. Kunstgesch. XV).

< >