Italiaans statisticus en aardrijkskundige (Venetië 25 Apr. 1782 - Padua 14 Mrt 1848), wekte door zijn eerste geografische geschrift: Prospettopolitico-geografico dello stato attuale del globo (Overzicht van de tegenwoordige staatkundig-aardrijkskundige toestand der aarde, 1808) zozeer de aandacht, dat kardinaal Zurla hem de betrekking bezorgde van leraar in de aardrijkskunde aan het college San Michele te Murano. Vervolgens was hij van 1811-1813 leraar in de natuurkunde aan het lyceum te Fermo.
In 1813 werd hij secretaris bij de algemene directie der belastingen te Venetië. Tevens bewerkte hij zijn Compendia digeografia universale (Handboek der algemeene aardrijkskunde). Maltebrun droeg hem de bewerking op van onderscheiden artikelen voor de Nouvelles annales des voyages. In het koninklijk archief te Lissabon verzamelde hij de bouwstoffen voor zijn Essai statistique sur le royaume de Portugal etd’Algarve (Paris 1822) en voor de Variétés politicostatistiques sur la monarchieportugaise (Paris 1822). Hij woonde van 1821-1832 te Parijs en werkte daar aan zijn Atlas ethnographique du globe ou classification despeuples anciens et modernes d'apres leurs langues(Paris 1826). In 1832 gaf hij zijn „Abrégé de géographie” uit, dat in tal van talen verscheen en zijn meest verspreide werk werd. In 1832 begaf hij zich naar Wenen, waar hij een jaargeld kreeg en de titel keizerlijk raadsheer.
