Nederlands koloniaal gezaghebber (Amsterdam 6 Juni 1695 Batavia 20 Juni 1751), zoon van een bewindhebber van de Oost-Indische Compagnie, kwam in 1715 te Batavia, waar hij als onderkoopman werd geplaatst; hij klom spoedig op en werd in 1730 extraordinair, in i733 ordinair lid van de Raad van Indië, in 1736 directeur-generaal en in 1737 gouverneur-generaal. In 1740 had de bekende opstand der Chinezen in de Ommelanden plaats, die tot een bloedbad onder de Chinezen binnen Batavia geleid heeft.
Dat Valckenier bevel tot de moord heeft gegeven, is onwaarschijnlijk; wel heeft hij de Chinezen, die in de gevangenis zaten, de straat doen opjagen, wat met een doodvonnis gelijk stond. Door het gebeurde ontstonden hevige twisten in de Raad van Indië; zelfs liet hij drie van de leden, Van Imhoff, De Haze en Van Schinne, in hechtenis nemen en naar het vaderland overbrengen. De bewindhebbers keurden zijn gedrag af. In Nov. 1741 vertrok hij uit Batavia als admiraal der retourvloot naar Nederland. Aan de Kaap de Goede Hoop werd hij echter op bevel van het opperbestuur gevangengenomen en naar Batavia teruggezonden, waar een proces tegen hem werd aanhangig gemaakt, gedurende hetwelk hij in de gevangenis overleed.DR F. W. STAPEL.