Frans kroniekschrijver (Haute-Vienne ± 988 - Jeruzalem 1034). Hij werd monnik in een klooster te Angoulème en speelde een actieve rol in de strijd om het Apostolaat van den H.
Martialis, den bekeerder van Gallië. Adhémar vertrok later naar het Heilige Land en bezweek daar. Zijn voornaamste historische werken zijn de Commemoratio abbatum Lemovicensium basilicae Sancti Marcialis Apostoli, geschiedenis van de abten van het Sint-Martialisklooster te Limoges, waar Adhémar zijn opleiding had ontvangen en vooral zijn Kroniek. Deze laatste omvat drie boeken. De eerste twee en het begin van het derde (tot 829) hebben weinig waarde, omdat ze geschreven zijn naar nog bewaarde bronnen. Van dat jaar af is het anders en wordt de kroniek een uitzonderlijk kostbare bron voor de geschiedenis van het Aquitaanse gebied, daar er een aantal verloren bronnen, annalen namelijk, in verwerkt zijn. De kroniek loopt door tot 1028. Er bestaan verschillende versies van en men is het niet eens welke de oorspronkelijke versie is. De beste uitgave van de Kroniek is die van J. Chavanon, Adhémar de Chabannes, Chronique (Paris 1897). In de inleiding wordt een stelling inzake de oorspronkelijke versie verdedigd, welke scherp werd aangevallen door J. Lair, Etudes sur quelques textes des Xe et Xle siècle, II (Paris i8gg), die zelfs het auteurschap van Adhémar betwistte.