Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Aceraceeën

betekenis & definitie

esdoornfamilie, bomen of heesters met kruiswijs geplaatste enkelvoudige of samengestelde bladeren. Bloemen twee- of éénslachtig.

Kelk en kroon 4-10 tallig; op één plant dikwijls in aantal variërend. Meeldraden 4-10, meestal 8; een stamper met twee stempels. De vrucht is een twee- tot vierdelige dopvrucht (z vrucht). De deelvruchten hebben brede vleugels en worden door de wind verspreid. Zaad zonder arillus of endosperm. Bestuiving door insecten (bij A. Pseudoplatanus vooral aasvliegen), zelden door de wind (A. Negundo).Het hout is zwaar, sterk en zeer hard; het behoort tot de beste meubelhoutsoorten. Dikwijls worden de rugbladen van violen ervan gemaakt. In Amerika wordt uit sommige soorten suiker (A. saccharum) gewonnen. In het vroege voorjaar boort men het hout aan, waarna gedurende enkele maanden een 2-3 pet suiker bevattend bloedingsvocht uit de wond druppelt; de productie is het grootst op warme dagen na koele nachten. Een enkele boom levert 2-15 kg suiker. De grootste productie werd in 1869 bereikt; daarna liep de winning terug door de concurrentie van de rietsuiker (z: esdoorn).

< >