Frans schrijver (Parijs 3 Febr. 1862), bezocht enige tijd de École Normale Supérieure, welke hij later op caricaturale wijze zal schilderen in zijn roman Monsieur Rabosson (1884). Na een debuut met poëzie (Mes Mépris, 1883) schreef hij een aantal romans in naturalistische stijl, waarvan Le Cavalier Miserey (1887) schandaal verwekte door de anarchistische propaganda voor het anti-militarisme; daarna een serie werken in het genre van Bourget, zoals L’Amant exotique (1891).
Maar hij ontplooide pas zijn talenten als zedeschilder van zijn tijd in een aantal romans van brede allure met sterk satirieke inslag, waaraan hij zelf de titel heeft gegeven van Mémoires pour servir à l’histoire de la société, en waarvan M. de Courpière het meest geslaagd is. De herinnering aan Oscar Wilde* inspireerde hem tot de pikante, maar knappe romanserie Le Cycle de Lord Chelsea (1923). Ook in andere romans heeft hij de cosmopolitische wereld goed geschetst. Zijn faam als toneelschrijver is waarschijnlijk minder duurzaam. Zijn houding tijdens Wereldoorlog II, welke hem uitstoting uit de Académie française en zware gevangenisstraf bezorgde, vindt men ten dele verklaard in Une vie et trois guerres (1943).DR. R. WIARDA
Bibl.: Romans: o.a. Les Confidences d’une aïeule (1901); Confessions d’un enfant d’hier (1903); Confessions d’un homme d’aujourd’hui (1903); Souvenirs du vicomte de Courpière (1905); Monsieur de Courpière marié (1905); La Discorde (1907); Les Confidences d’une biche (1909) ; La Biche relancée (1911) ; Histoire d’un fils de roi (1911). Taal en letterkundige causerieën: Xavier ou les Entretiens sur la grammaire française (1926); Le nouvel Anarcharis (1928); Nouvelles remarques (1929); Les Samedis de M. Lancelot (1932).
Lit.: P. Lièvre, Esquisses critiques (1921); F. Lefèvre, Une heure avec.. . I (1924); R. Peltier, A. H. et son œuvre. Nouv.
Rev. Critique (1924).
