Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Aargau

betekenis & definitie

het zestiende Zwitserse kanton, in het N. door de Rijn begrensd, heeft op 1403,5 km2 (1941) 270463 inw. d.i. 204 per km2. Iets meer dan de helft is Protestants, de kleinste helft R.K.

Dit kanton, door uitlopers van de Alpen en van het Juragebergte gevormd en door de Aar, de Reuss en de Limmat doorstroomd, heeft een vruchtbare bodem met goede weiden en prachtige bossen. Naast de landbouw bloeit er de fabrieksnijverheid, mede door de benutting van waterkracht. Van de bodem was in 1939 1328 km2 in gebruik voor bouw- en weiland, bos-cultuur en wijnbouw. De overige gronden zijn nog woest. De visserij is er van belang. De mijnen leveren kalk, gips, albast en keukenzout, terwijl men er verschillende minerale bronnen aantreft, o.a. de beroemde zwavelhoudende bronnen van Baden (reeds aan de Romeinen bekend) en Schinznach. Als nijverheid vinden wij er katoenspinnerij en -weverij, zijdeweverij, strovlechterij (als huisindustrie door ca. 10 000 personen) en tabaksindustrie. De oude handelswegen liepen over de Jura-passen: Stafelegg (623 m) en over de Bözberg (593 m), voorts langs de bevaarbare gedeelten van de Aar, de Reuss en de Limmat. Behalve de hoofdstad Aarau, heeft men er de stadjes Aarburg, Brugg, Zofingen, Rheinfelden, Lenzburg aan de Aar en Bremgarten aan de Reuss. Aargau wordt door een Grote (of wetgevende) en door een Kleine (of Regerings-) Raad bestuurd. De Landammann is voorzitter van de Regeringsraad. In ieder der elf arrondissementen is een rechtbank; te Aarau is een hooggerechtshof gevestigd.Lit.: P. Vosseler, Der Aarg. Jura (1928); H. Ammann, Aarg. Heimatgeschichte (1930 ff); F. Wyss, Die Aarg. Stadt im Überblick ihres Werdens und Gegenwartbildes (1944).

< >