worden de rupsen genoemd van enige soorten uilen (z vlinders), die tot het grote geslacht Agrotis behoren. De meest algemene soorten zijn A. segetum Schijf, en A. exclamationis L.
Zoals de naam reeds aanduidt, leven deze glanzende, grijsachtige rupsen, die, op zeer verspreid staande borstelharen na, geheel kaal zijn, grotendeels onder de grond. Zij richten daar vaak reeds schade aan door vreterij aan wortels en door zich in te boren in aardappelen, koolrapen, suikerbieten enz. Veel groter echter is de schade, aangericht door de ’s nachts boven de grond komende dieren, die vooral in jonge groente enorme verwoestingen kunnen aanrichten door het afbijten van de stengeltjes. Men vindt de afgebeten plantjes ’s ochtends verwelkt op de aarde liggen. Deze vreterij heeft vooral plaats in de zomer en de herfst, want hoewel de meeste individuen nog als rups overwinteren, schijnt in het voorjaar geen voedselopname van betekenis meer plaats te hebben. Er is echter een enkele soort, die hierop een uitzondering maakt en in het voorjaar schadelijk wordt (ff. vestigialis Roti.).De bestrijding is moeilijk. Het dikwijls toegepaste mengsel van zemelen met kiezelfluoorbarium is doorgaans weinig effectief, omdat de dieren liever de sappige plantjes eten. Meer succes schijnt dan ook een besproeiing met ½ pct calciumarsenaat te hebben.