van een troep is de aanwezige sterkte. De aanwezige vredessterkte duidt men veelal aan met „vredeseffectief”.
Hoe groter het vredeseffectief is in verhouding tot de mobilisatiesterkte, des te sneller kan de mobilisatie verlopen.Het vredeseffectief is afhankelijk van:
1. het systeem van legervorming; een zgn. kaderleger vraagt een hoger vredeseffectief dan een dienstplichtleger;
2. het systeem van opleiding. Hoe korter de duur der eerste opleiding is, des te hoger moet het vredeseffectief aan kader zijn;
3. de graad van oorlogsgevaar. In tijden van acuut oorlogsgevaar zal men een groter vredeseffectief nodig achten dan in rustige tijden;
4. de financiële mogelijkheden. Een hoog vredeseffectief stelt zware eisen aan ’s Rijks schatkist.
In 1949 bedroeg het vredeseffectief in Nederland, ongeacht de troepen van de Koninklijke Landmacht in Indonesië, omstreeks 50.000 man.