Eene uitmuntende zangeres en tooneelspeelster, geboren te Londen in 1769, was de dochter van den Duitschen muziekliefhebber Weichsel. Haar vader deed haar les geven in het klavierspel door Thomas Billington, die het waagde in 1786 zijne leerling te schaken.
Te Dublin betrad zij, door den nood gedrongen, het tooneel en oogstte zoo grooten bijval, dat haar vader haar vergiffenis schonk en zij eerlang in de gelegenheid werd gesteld, om aan den schouwburg van Covent Garden te Londen hare gaven ten toon te spreiden. Hare opleiding werd te Parijs door het onderrigt van Sacchini voltooid. Toen zij te Londen was teruggekeerd, behoorde zij er weldra tot de lievelingen van het publiek. Van 1794 tot 1801 reisde zij in Italië en huwde er, na den dood van haren eersten man, met een zekeren Florissent uit Lyon.
Nadat zij in 1809 het tooneel had vaarwel gezegd, woonde zij eerst te Londen en daarna op eene villa bij Venetië, waar zij den 26sten Augustus 1818 overleed. Deze kunstenares muntte niet alleen uit door voortreffelijke gaven des geestes, maar ook door zeldzame schoonheid en door eene ongemeen welluidende stem. Men verhaalt daarentegen, dat haar gedrag niet onberispelijk was. Hare “Gedenkschriften” zijn in 1798 in het licht verschenen.
