Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Tooneel

betekenis & definitie

Tooneel noemt men dat gedeelte van den schouwburg (zie aldaar) waar de tooneelspelers hunne rollen uitvoeren, — voorts alles wat betrekking heeft op de dramatische kunst (zie onder Drama). De geschiedenis van het tooneel neemt in ons Vaderland een aanvang met de „spelende rederijkers.” Na de Kerkhervorming geraakte het door den invloed van kerkelijke drijvers in minachting en verval, en eerst in den jongsten tid mag men zich vooral door het „tooneelverbond” en de „tooneelschool” in eene opbeuring van het nationaal tooneel verblijden. Het heeft intusschen in de dagen der Fransche overheersching een tijd van bloei gekend, toen mevrouw Wattier en Andries Snoek er schitterden met hunne uitstekende gaven. Zie voorts omtrent een vroegeren bloeitijd onder Coster (Samuël).