Ballagi (Moritz), een Hongaarsch taalkundige en schrijver, werd geboren te Ternova in 1815. Hij was een zoon van behoeftige Israëlietische ouders , ontving het eerste onderwijs van zijn vader, woonde in 1835 op het Hervormd collegie te Papa een wijsgeerigen cursus bij en zette zijne studiën voort op de hoogeschool te Pesth. Nadat hij zich in 1830 te Parijs op de beoefening der Oostersche letterkunde had toegelegd, schreef hij, toen de emancipatie der Israëlieten ter sprake was gebragt in zijn vaderland, een merkwaardig boekske ten behoeve van zijne geloofsgenooten.
Daarenboven vertaalde hij de eerste boeken des Bijbels in de Magyaarsche taal en voegde er noten bij. De Hongaarsche academie benoemde hem tot lid. In 1843 begaf hij zich naar Duitschland. Nu werd hij Protestant, studeerde te Tübingen in de theologie en werd in 1844 beroepen tot hoogleeraar aan het Evangélisch Lycéum te Szarvas. Hier was hij werkzaam tot aan den tijd der omwenteling; gedurende deze was - hij secretaris van het ministerie van oorlog.
Ballagi heeft zich vooral verdienstelijk gemaakt door zijne werken over de Hongaarsche taal. Hij heeft van deze eene spraakkunst, een woordenboek met vervolgen, en uit de geschriften in die taal eene bloemlezing en eene verzameling van spreekwoorden uitgegeven, die algemeen worden geroemd.