Bacchanaliën, Bacchus- of Dionysus-feesten, ter eere van dezen God ingesteld, werden vooral in Griekenland gevierd en waren er onder verschillende namen bekend. Doorgaans geschiedde die feestviering om de drie jaren, en de vrouwen, die dan thyrsen of met wijngaardranken omwondene staven droegen, vervulden daarbij eene belangrijke rol. Luidruchtige, uitbundige vrolijkheid was het kenmerk dier feesten.
Vooral werden deze in eere gehouden te Athene, waar men ze Dionysia noemde. Dan werd aan den wijngod een bok (tragos) ten offer gebragt, en hieraan en aan de spelen, die bij deze gelegenheid aan het volk werden vertoond, heeft het Grieksche treurspel of de tragedie zijn oorsprong ontleend.