Asen in het oud-Noordsch as, meervoud aesir, in het Gothisch ans, meerv. anseis, in het oud-Duitsch ans , meerv. ensi, in het Saksisch os, meerv. es — is in de Noordsche fabelleer de naam van het magtige geslacht der goden, hetwelk Odin tot stamvader heeft. De zonen van Odin en Frigga zijn: de dondergod Thor, de beminnelijke Baldur, Braga of de Noordsche Apollo, en de blinde Hodur of de vertegenwoordiger van het onberedeneerde geweld.
De overige Asen zijn Niord, Freyr, Heimdal, Wali, Uller en Forsete. Twaalf godinnen staan hun ter zijde, en van deze zijn Freia, Idima, Mra en Saga de meest bekende. De Asen worden beschouwd als welwillende en weldadige wezens, steeds in strijd met de boosaardige reuzen. In het gevecht tusschen de zonen van Börs (Odin, Wile en We) en den reus Ymir werd laatstgenoemde gedood, en de overwinnaars vormden uit zijn ligchaam de aarde, uit zijn bloed de zee en uit zijne hersenen de wolken. Toen bouwden zij hun paleis, Asgard genaamd, dat veilig was tegen de Reuzen, omdat de brug, die derwaarts leidde, voor deze te zwak, maar voor de Asen sterk genoeg was.
Volgens de sagen hebben de Asen geenszins van eeuwigheid bestaan en is hun leven niet eindeloos van duur. Hunne kindsheid hebben zij onder vrolijke spelen zien voorbijsnellen. Toen heerschte de gouden eeuw, maar deze nam een einde, toen drie meisjes uit het verblijf der Reuzen (Jötunheim) bij hen verschenen en de kostbare gouden tafelen wegstalen, die vroeger aan de Asen onmetelijke schatten hadden opgeleverd. Nu hadden de Asen gebrek aan goud, en zij moesten het zich door kunstmatige goudmakerij verschaffen. Deze kunst werd ook elders bekend en gaf aanleiding tot een oorlog van de Asen met de Vanen (Vanir). Deze eindigde, maar de strijd met de Reuzen bleef voortduren. De geweldigste vijand van deze laatsten was Thor, die, met zijn donderhamer (mjölner) gewapend, velen van hen versloeg. De Reuzen waren evenwel sterk door hunne tooverij. Vooral legden zij er zich op toe, zich meester te maken van de appelen van Iduna, welke het vermogen bezaten om hun, die er van proefden, eene eeuwige jeugd te bezorgen. Ook zouden zij gaarne de schoone Freia uit het verblijf der Asen naar Jötunheim hebben gebragt.
Een algemeene wereldbrand (ragnarauk) zal eindelijk het verblijf der Asen en ook de Asen zelven vernietigen. Hiertoe verbinden zich de snoode Loke en zijne nakomelingen met Surtur, den beheerscher van Muspelheim en den vijand der Asen, die het waagstuk zal ondernemen, om Asgard te bestormen. Als de brug des hemels (de regenboog) onder hen bezwijkt, dan stellen zich de zonen van Muspelheim met de Reuzen op de vlakte Vigrid in slagorde tegenover de Asen, die door de helden (inheriar), door Odin in Walhalla opgenomen, worden bijgestaan. Beide legers komen in botsing. De wolf Fenrir verslindt Odin, den vorst der Goden, en wordt daarna zelf gedood. De wereldslang (Midgardslang) doet Thor sneven, maar komt zelve om door het vergif, dat zij uitgebraakt heeft. De aarde zinkt weg in de zee, waaruit zij is opgerezen. De esch ygdrasil of de wereldboom wordt door Surtur in brand gestoken en de wereld door de vlammen vernietigd.
Op dat tooneel der vernietiging volgt een nieuw en schoon tijdperk van herstelling en wedergeboorte. De goden, zich in meer volkomene gedaante verheffend, keeren terug naar de velden der gelukzaligen (Idavelden), waar zij de gouden tafels terugvinden. Slechts Odin en Thor verschijnen niet in het nieuwe Asgard; zij worden door Baldur en door de zonen van Thor — Modi (moed) en Megni (kracht) — vertegenwoordigd.
De noordelijke Germanen bragten offeranden en gebeden aan de Asen, en wél, als zij ten strijde trokken aan Odin, bij pest en hongersnood aan Thor, bij huwelijken aan Frigga, en in minnezaken aan Freia. Na de invoering van het Christendom zijn de Asen niet aanstonds verdwenen, maar daar de ééne God geene goden naast zich duldde, beschouwde men hen als helden, die aanspraak hadden op de hulde der nakomelingschap. Hierdoor is de sage der goden in eene van menschen omgezet. — De voornaamste bronnen voor de leer der Asen zijn de beide Edda’s (zie onder dit woord).