Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 11-01-2018

Arcade

betekenis & definitie

Afkomstig van het Latijnsche woord arcus (boog), is eene reeks van bogen, die op pilaren of zuilen rusten. Die bogen dienen somtijds om den bovenbouw, bijvoorbeeld een spoorweg of eene waterleiding, te dragen, of zij zijn enkel tot het vormen van overdekte gangen of tot sieraad. De arcade onderscheidt zich van de colonnade, omdat deze geene bogen draagt, maar het regtlijnig stelsel volgt. Colonnades of zuilengangen vindt men bij de Grieken en Romeinen, terwijl de arcade tot den bouwstijl der middeleeuwen behoort. Vooral de oude Italiaansche, Spaansche en Fransche steden zijn er van voorzien. In het meer noordelijk gedeelte van Europa vindt men haar als sieraad van openbare gebouwen en paleizen en vooral van hôtels in badplaatsen. Men heeft Gothische (spitsbogen-),Romaansche en Moorsche arcades. Somtijds zijn zij open en bestaan in dit geval uit twee of meer rijen bogen, — maar doorgaans zijn zij aan de ééne zijde met een muur gesloten, tegen welken correspondérende pilasters zijn aangebragt. De ruimten tusschen de pilasters worden wel eens met schilderwerk voorzien, bijvoorbeeld onder de arcades van den “Hofgarten” te München.

Vrij algemeen is aangenomen, dat voor eene goede verhouding de tusschenruimte tusschen de zuilen 4- of 5-maal zoo breed moet wezen als een der gewone zuilen, — voorts, dat de hoekzuilen de helft breeder moeten wezen dan de overige, en dat de diepte van den gang niet geringer mag vrezen dan de opening der bogen.

De arcade verandert in een gewelf, wanneer de door haar gevormde gang aan weerszijden gesloten is met een muur. Naar gelang der omstandigheden wordt aan een hovengang ook wel de naam gegeven van galerij of van corridor.