Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 11-01-2018

Arber

betekenis & definitie

Arber (Aettwa, Aidweich of koning des wouds) is een van de hoogste bergen van het Bohemerwoud, in Neder-Beijeren niet ver van de Boheemsche grenzen gelegen. Hij verheft zich met zijne hoogste toppen, die slechts hier en daar met eenig struikgewas bedekt zijn, ter hoogte van 1500 Ned. el boven de oppervlakte der zee. Hij zendt onderscheidene takken uit en is door middel van een hoogen bergrug met den Osser verbonden. Aan den noordelijken voet verrijzen steile rotswanden, en aan de noordwestelijke helling liggen de Arbermeren 900 Ned. el boven den zeespiegel. Aan den voet van den Arber is bij Bodenmaïs eene groep rotsen, welke eene grot vormt, die den naam draagt van Riszloch. Van den top van den Arber heeft men een ruim gezigt over Bohemen en Beijeren.

< >