Aqua is een Latijnsch woord, dat water beteekent. De verschillende soorten van water, die in de apotheek voorhanden zijn, worden door een bijvoegelijk naamwoord of door een zelfstandig naamwoord in den tweeden naamval aangewezen. Men heeft a. fontana of putwater, a. distillata of water, dat door overhaling gezuiverd is, a. rosarum of rozenwater, a. foeniculi of venkelwater, a. Goulardi (a. saturnina), dat uit water, wijngeest en loodglit wordt bereid, a. Binelli, een bloedstelpend water, dat creosot onder zijne bestanddeelen telt. doch zelden gebruikt wordt, a. Iaurocerasi of lauwriekerswater enz.
Het meervoud aquae was bij de Romeinen in gebruik, om geneeskrachtige bronnen aan te wijzen, die grootendeels heden ten dage nog bestaan. Hiertoe behooren Aquae in Pannonië, het tegenwoordige Baden bij Weenen,— A. Apollinares, eene beroemde badplaats in Etrurië, thans Bagni di Stigliano genaamd,— A. Aurelia, door keizer Hadrianus gesticht, thans Baden-Baden, — A. Convenarum in Aquitanië, thans Bagnères, — A. Mattiacce, volgens het algemeen gevoelen het hedendaagsehe Wiesbaden, — A. Patavinae, de zwavelbronnen van Abano bij Padua, — A. Sextia in Gallië, naar C. Sextius Calvinus (122 vóór Chr.) alzoo genoemd, of Aix in Provence, terwijl Aix in Savoye A. Gratianae of Allobrogum werd genaamd, — A. Statiellae in Ligurië, thans Aqui, — A. Tarbellae in Aquitanië, het hedendaagsche Dax enz.
