Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-07-2018

Creosot

betekenis & definitie

Creosot is de naam van eene kool-, wateren zuurstofhoudende zelfstandigheid, die het eerst in 1832 door Beichenbaeh uit teer van beukenhout verkregen werd. Volgens Slasiwetz bevindt het zich ook onder de destillatieproducten van guajak-hars. Zuiver creosot is geheel kleurloos, heeft een sterk lichtbrekend vermogen, riekt naar Peru-balsem en is scherpspecenjachtig van smaak. In de lucht en bij herhaalde destillatie krijgt het een weinig kleur.

Het kookt bij 219° C., lost slechts weinig op in water en vermengt zich met alkohol enz. Het heeft het vermogen om spiervezels op eene eigenaardige wijze te veranderen en tegen bederf te beveiligen. Zijne aanwezigheid in den rook van hout is de oorzaak der duurzaamheid van gerookt vleesch. Geruimen tijd heeft men het verward met carboUmir of phenylalkohol, dat een dergelijken invloed op het vleesch heeft, doch anders is zamengesteld en bij 188° C. kookt.

< >