Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 11-01-2018

Apanage

betekenis & definitie

Apanage, een Fransch woord, afkomstig van het Nieuw-Latijnsche apanagium of apanamentum, beteekent eene som, die op de staatsbegrooting wordt uitgetrokken, om tot onderhoud van niet regérende leden van vorstelijke huizen te dienen. De gewoonte, om apanages te verleenen, is in de monarchieën ontstaan met het regt van eerstgeboorte en strekte, om jongere zonen voor het gemis van troonopvolging eenigzins schadeloos te stellen. Het bedrag van zulk een apanage is doorgaans bij de wet vastgesteld en afhankelijk van het vermogen van den Staat, die het verleent, en van de behoefte van den persoon, die het ontvangt. Immers die behoefte kan wegens leeftijd, wegens gehuwden of ongehuwden staat en wegens eigene inkomsten zeer verschillend wezen. Een apanage kan verleend worden aan één persoon voor levenslang, en kan ook erfelijk wezen op zijne nakomelingen in de regte lijn.

De verpligting van den Staat, om apanages te verleenen, is van omstandigheden afhankelijk, en wél vooral daarvan of te voren vorstelijke goederen is staatsdomein zijn overgegaan. Waar dit niet geschied is, geeft eene maagschappelijke betrekking tot het regérend stamhuis geenerlei aanspraak op een apanage, al kunnen er hier of daar ook redenen bestaan, om aan bloedverwanten van den troonbekleeder eene dergelijke gunst toe te kennen. Zelfs is het vaak een maatregel van gezonde staatkunde, de vorstelijke spruiten, die doorgaans hooge waardigheden bekleeden, in het genot te stellen van eene behoorlijke onafhankelijkheid tegenover het regérend stamhoofd.

De Nederlandsche Grondwet van 1848 verzekert aan den troonopvolger, den Prins van Oranje, als zoodanig uit ’s Lands kas een jaarlijksch inkomen van ƒ 100.000, te rekenen van den tijd, dat hij den ouderdom van achttien jaren zal hebben bereikt. Dit inkomen wordt gebragt op het dubbele dier som na het voltrekken van een huwelijk, dat door hem in overleg met de Staten-Generaal zal zijn aangegaan en de toestemming van deze verworven heeft. Op achttienjarigen leeftijd is de Prins van Oranje van regtswege lid van den Raad van State en heeft daarin eene raadgevende stem. — Mede wordt aan eene Koningin-Weduwe uit ’s Lands kas, gedurende haren weduwelijken staat, een jaarlijksch inkomen van ƒ150.000 toegestaan. — Overigens geniet geen der leden van het Vorstelijk huis hier te lande uit ’s Lands kas eenig inkomen.