Antenor, een Trojaansch held, wordt door Homerus voorgesteld als een zeer wijs en bezadigd man. Menelaus en Odysseus (Ulysses) die zich als gezanten naar Troje begeven, om over Helena te onderhandelen, worden gastvrij bij hem ontvangen, en hij begeeft zich met Priamus in het Grieksche leger, om het tweegevecht tusschen Paris en Menelaus te bespreken.
Na het tweegevecht van Hector en Ajax doet hij den voorslag om Helena terug te geven en alzoo den vrede te sluiten. Verder komt hij bij den zanger der Ilias niet handelend voor. De sage heeft echter zijne welwillende betrekking met de Grieken in een verraad herschapen. Zij vermeldt, dat hij tegen eene groote belooning Troje in hunne handen heeft geleverd, en dat bij de verwoesting der stad zijne woning, op bevel van Agamemnon door een pantervel aangeduid, verschoond bleef. Na den val van Troje ging hij met zijne zonen en aanhangers onder zeil en stichtte in Italië de stad Patavium (Padua). De overeenkomst van dezen naam met dien van Batavium is voorzeker de oorzaak, dat Antenor volgens onze overlevering herwaarts gekomen en koning van Gelderland geweest is.