Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Odysseus

betekenis & definitie

Odysseus, bij de Romeinen Ulysses (eigenlijk Ulyxes), was volgens de Grieksche sage koning van Ithaca, een zoon van Laërtes en Anticléa, de gemaal van Penélopé en de vader van Telémachus. Daar men hem voorspeld had, dat hij eerst na 20 jaar in zijn vader land zou terugkeeren, poogde hij zich aan den Trojaanschen oorlog te onttrekken door zich voor te doen als een krankzinnige. Palamedes echter ontmaskerde hem, en nu kon hij niet achterblijven. Hij vertrok als bevelhebber met 12 schepen van de Ionische eilanden derwaarts en onderscheidde zich bij de belegering van Troje door sluwheid, behendigheid en welsprekendheid.

Hij behoorde tot het gezantschap, hetwelk naar Priamus gezonden werd om dezen tot uitlevering van Hélena te bewegen, bragt eene verzoening tot stand tusschen Agamemnon en Achilles en begaf zich in bedelaarsgewaad als verspieder naar Troje. Voorts bragt hij Chryseis terug tot haren vader, waagde een tweegevecht met Hector, doodde den verspieder Dolon en hielp de fraaije paarden van Rhesus wegrooven. Bij alle ondernemingen, die moed en sluwheid vereischten, stond hij aan het hoofd en behoorde tot de krijgslieden, die zich in het houten paard verborgen hadden. Om die reden maakte hij aanspraak op het bezit der wapens van Achilles. Reeds vóórdat de Grieken na den val van Troje naar hun vaderland terugkeerden, was hij met Nestor weggezeild, maar zpn togt naar Ithaca duurde 10 jaren. Nadat hij door een storm naar het land der Ciconen, bondgenooten der Trojanen, was voortgestuwd, plunderde hij er de stad, en kwam bij de Lotophagen en vervolgens op de kust van Sicilië bij de Cyclopen, waar hij zich door list aan het geweld van Polyphemus onttrok.

Toen hij voorts het eiland van Aeolus bezocht, ontving hij van dezen een zak, waarin de tegenwinden besloten waren. Reeds bevond hij zich in de nabijheid van Ithaca, toen zijne makkers uit onvoorzigtigheid den zak openden, waarna de ontboeide winden het schip terugstuwden naar de Aeolische eilanden. Vandaar dreef het vaartuig naar de Laestrygoniërs, die onderscheidene van zijne medgezellen opaten, en vervolgens naar het eiland Aea, waar de tooveres Circé zijne makkers in zwijnen herschiep. Door een kruid, hetwelk hij van Hermes (Mercurius) ontving, was hij in staat, de tooverkracht te verbreken, zoodat hij zijne medgezellen terugkreeg. Voorts bleef hij een jaar bij de tooveres en begaf zich in dien tijd naar de onderwereld, waar Tiresias hem de toekomst voorspelde.

Ongedeerd zeilde hij nu voorbij het eiland der Sirenen, maar verloor bij zijn togt door de Scylla en Charybdis het vaartuig en al zijne makkers. Hij alleen redde zich op het eiland Ogygia, waar de nymf Calypso hem gastvrij ontving en 7 jaren bij zich hield. Toen hij eindelijk verder stevende, leed hij, door een vreeselijken storm beloopen, nabij het eiland der Phaeaken nogmaals schipbreuk, maar kwam, geholpen door Leucothea, aan land. Hier werd hij met welwillendheid bejegend, streed er in de kampspelen en verkreeg, nadat hij zich bekend gemaakt had, een wél uitgerust schip, dat hem naar Ithaca overbragt. Hier vond hij zijne getrouwe gemalin, bestormd door velen, die naar hare hand dongen, terwijl zij brasten in zijn paleis en het leven bedreigden van zijn zoon Telémachus.

Hij maakte zich aan laatstgenoemde bekend in de hut van den zwijnenhoeder Eumaeus en beraamde met hem het plan, om die onbeschaamde vreemdelingen te dooden. Als een bedelaar vermomd overschreed hij zijn eigen drempel, alleen herkend door zijn getrouwen hond, sprak met Penélopê zonder zich bekend te maken en verkondigde haar den spoedigen terugkeer van haren gemaal. Den volgenden ochtend wierp hij zijn bedelaarsgewaad af en aanvaardde den strijd, waarin hij, bijgestaan door zijn zoon en door 2 getrouwe dienaars, al de vreemdelingen om het leven bragt. Ziedaar het verhaal, zooals het in de „Odyssee” door Homerus wordt voorgesteld. Eene andere sage deelt voorts mede, dat Odysseus nog eene reeks van jaren te Ithaca geregeerd heeft en in een gevecht gedood werd door een pijl, afgeschoten door Telegonus, een zoon van hemzelven en van Circé.

< >