Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-11-2017

Angelus (2)

betekenis & definitie

Vele personen hebben dezen geslachtsnaam gedragen.

Tot de merkwaardigste behooren:

Andréas Angelus, die in 1560 te Stansberg geboren werd. Hij was schrijver van verschillende werken in de Hoogduitsche taal, en stierf aan de pest in 1598.

Christophorus Angelus, een Grieksch geleerde, die in den Peloponnesus geboren werd en, door de Turken verdreven, van 1600 tot 1638 — het jaar van zijn overlijden — onderwijzer was in de Grieksche taal te Oxford in Engeland. Hij schreef onder anderen een “Enchiridion de institutis Graecorum.”

Angelus Politianus, een Nederlandsch geleerde uit de dagen van Erasmus en Scaliger. Hij stond bij deze mannen zeer in aanzien, terwijl G. J. Vossius van hem zegt, dat hij zich sterk toelegde op het uitvinden van nieuwe woorden.

Angelus Silesius, eigenlijk Johann Scheffler, in 1624 te Breslau of te Glatz uit Protestantsche ouders geboren, een vervaardiger van geestelijke liederen. Hij studeerde te Straatsburg, te Leiden en te Padua in de geneeskunde, werd lijfarts van den hertog van Würtemberg-Oels en ging in 1653 over tot de R. Katholieke Kerk. Nu omhelsde hij den geestelijken stand en overleed te Breslau in een klooster op den 9den Julij 1677. Hij heeft voortreffelijke gezangen voor kerkelijk gebruik geleverd, van welke sommige ook nu nog worden gebezigd. Overigens was hij een voorbeeld van mystieke dweeperij.

< >