Amphictyonen is een Grieksch woord, dat omwonende volkeren beteekent, zoodat eene amphictyonie niets anders is dan een verbond van zoodanige volkeren. Onderscheidene dergelijke bondgenootschappen hebben weleer in Griekenland bestaan. Wij vinden melding gemaakt van het amphictyonen-verbond van Argos, van Calaurea, van Onchestus, van Amarynthus in Euboea, van Delos enz. Het belangrijkst was dat van Delphi en van de Thermopylae; welks ontstaan wordt toegeschreven aan koning Amphictyon, een zoon van Deucalion en Pyrrha. Dat verbond zou gesticht wezen in het jaar 1522 vóór Chr. De deelgenooten in dit Verbond waren oorspronkelijk 12 volksstammen, namelijk de Ioniërs, Dolopers, Thessaliërs, Aenianen (Oetaeërs), Magneten, Maliërs, (Meliërs), Phthioten, Doriërs, Phocaeërs met de Delphiërs, Locriërs, Boeotiërs en Perrhaebiërs, die elk met twee stemmen in de bondsvergadering zitting hadden. Hunne koloniën behoorden desgelijks tot het Verbond.
Het oorspronkelijke doel was de bescherming van twee tempels, een te Delphi, aan Apollo, en een te Anthela, aan Demeter (Ceres) ge-wijd, — voorts de gemeenschappelijke viering van eenige godsdienstige feesten en eindelijk de handhaving hunner wederzijdsche regten. Men hield telken jare twee plegtige vergaderingen, — des voorjaars te Delphi, waar dan tevens de Pythische spelen werden gehouden, en des najaars te Anthela bij de Thermopylen. Bij deze zamenkomsten werden alle verdeeldheden bijgelegd en de twisten der steden onderling verzoend. Tevens werd de vierschaar gespannen over civiele en criminele zaken en alle overtredingen tegen den tempel te Delphi gestraft. Werd de opgelegde boete door deze of gene stad niet voldaan, zoo kon de Bond haar hiertoe noodzaken met geweld van wapenen. Ook had de vergadering het regt, om steden of staten uit den Bond uit te sluiten. — Langzamerhand klom het aantal staten, in het Verbond opgenomen, tot 30, ofschoon alleen de 12 oorspronkelijke stammen in het bezit bleven der stemmen, die over de takken van elken stam werden verdeeld.
Het Amphictyonen-verbond heeft van den aanvang der Grieksche beschaving tot aan de vernietiging van de vrijheid der Grieksche volkeren op deze een zegenrijken invloed gehad. De oorspronkelijke 12 stammen bleven vereenigd tot aan den Heiligen oorlog. Na het einde van dezen (346 vóór Chr.) werden de Phocaeërs uit den Bond verwijderd. Een dergelijk lot viel aan de Lacedemoniërs ten deel, omdat zij de Phocaeërs ondersteund hadden. Voor hen kwamen de Macedoniërs als plaatsvervangers. Later werden de Phocaeërs weder in den Bond opgenomen tot loon der dapperheid, die zij in den strijd met de Galliërs hadden betoond. — Omstreeks 224 vóór Chr. hadden de Aetoliërs het oppergezag verkregen over den tempel te Delphi en het Amphictyonen-verbond op den achtergrond gedrongen. Doch eene belangrijke verandering kwam tot stand in de dagen der Romeinsche heerschappij, daar keizer Augustus het bevel uitvaardigde, dat de Magneten, Maliërs, Aenianen en Phthioten in het vervolg niet meer zelfstandig zouden stemmen, terwijl in hunne plaats en in die der verdwenen Dolopiërs de Nicopolitanen zitting verkregen in den Bond. Nog altoos bleven de Amphictyonen het oppergezag bekleeden bij de Pythische spelen, maar hun voormalige luister was verdwenen. Eindelijk stortte het aloude gebouw ineen, en wij vinden van dat Verbond het laatst melding gemaakt in den tijd der Antonijnen. Het verdween, toen de Delphische God ophield, zijne orakeltaal te verkondigen.
Wanneer men op de geschiedenis van het Amphictyonen-verbond het oog vestigt, blijkt het duidelijk genoeg, dat zijn invloed zich niet zoo zeer tot het staatkundig leven als tot de godsdienstige belangen der Grieksche stammen uitstrekte. Het maakte Griekenland evenmin tot een algemeen verbonden staat als het gemeenschappelijk feestgetij der Olympische spelen. Maar het beveiligde den zetel van het orakel, handhaafde de eenheid der godsdienst, bewaarde de herinnering van de oorspronkelijke banden, die de verschillende volksstammen omstrengelden, benevens die der mythen, sagen, leerstellingen, zeden en gewoonten en verhoedde op deze wijze alle verdeeldheid en vijandschap, zoodat het inderdaad een heilzamen invloed uitgeoefend heeft op de staten, welke het omsloot. Op staatkundig gebied verhief het zich na de Perzische oorlogen als eene hoogste volksregtbank. In die hoedanigheid deelde het eereprijzen uit aan de dapperste strijders, verheerlijkte het Leonidas en vervloekte het den verraderlijken Ephialtes, terwijl het na den slag bij Plataea de plannen van Sparta bevorderde.