Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Delphi

betekenis & definitie

In het Grieksch Delphoi. Delphi, eene stad in het zuidwestelijk gedeelte van het Oud-Grieksche landschap Phocis, aan den voet van den Parnassus en aan de helling van eene diepe kloof, waar de Pleistus doorheen ruischt, is haren naam verschuldigd aan eene smalle spleet, waaruit geestvervoerende dampen opstegen, die er de priesteressen — aanvankelijk van Gaea of van Themis, later van Apollo — orakeltaal deden spreken.

De sage vermeldt, dat Apollo, nadat hij er den Draak Python gedood had, zich in de gedaante van een dolphijn in zee stortte, een schip uit Creta naar de kust van Phocis loodste, er in de gedaante van een jongeling aan wal stapte en aan de Cretensers beval, om er een tempel te bouwen, waar de menschen zijne voorspellingen zouden vernemen. Weldra was het heiligdom beroemd, en het Amphictyonen-verbond nam het onder zijne bescherming en koos Delphi (nevens den tempel van Demeter of Ceres) tot zijne vergaderplaats. De stichting van den tempel te Delphi wordt toegeschreven aan Agamedes en Trophonios, en men vindt dien reeds in de gedichten van Homerus vermeld. Aanvankelijk was Delphi onderworpen aan de naburige stad Crisa, doch de Amphictyonen maakten daaraan een einde door den eersten Heiligen oorlog, die met de verwoesting der overheerschende stad eindigde. Voorts werden te Delphi volksspelen gehouden op groote schaal en men deed de hiervoor noodige gebouwen verrijzen.

De tempel van Apollo werd in 548 vóór Chr. eene prooi der vlammen, doch geheel Griekenland leverde bijdragen, om dien weder te doen opbouwen. Hiermede belastte zich de aanzienlijke, uit Athene verdrevene familie der Alcmaeoniden, en het nieuwe gebouw verrees naar het plan van den architect Spintharos van Corinthe met eene façade van marmer uit Paros. Na de Perzische oorlogen werd deze tempel door Attische kunstenaars van buiten met beeldhouwwerk versierd. De overmoedige burgers van Delphi rukten met hulp der Spartanen in 448 zich los van het Phocisch verbond, werden er eerst weder aan onderworpen, maar zagen vervolgens hun Staat door de Atheners als onafhankelijk erkend. Zij behielden hunne vrijheid, met eene korte tusschenpoos, tot aan den laatsten tijd der Romeinsche heerschappij, doch tegelijk met het Heidendom verdween ook de aloude godspraak.

Heden ten dage verheft zich op de plaats van den voormaligen tempel het dorp Kastri, waardoor het doen van opdelvingen niet weinig wordt belemmerd. Men vindt er voorts talrijke overblijfselen van de pracht van het oude Delphi.

Het orakel te Delphi vervult eene belangrijke rol in de geschiedenis van oud-Griekenland; het was een werktuig in de handen der priesters, die de „Pythia”, eene bejaarde vrouw, die zich door een dronk uit de gewijde bron en door het kaauwen van laurierbladeren op hare taak had voorbereid en in een schier ongenaakbaar hol (adyton) achter in den tempel op een drievoet boven gemelde aardspleet gezeten was, in kunstmatige opgewondenheid allerlei wartaal deden spreken, die zij in verzen bragten en waaraan zij eene meer bepaalde beteekenis gaven. Zulke verzen werden als godspraken aan het volk of aan de raadvragenden verkondigd. Aanvankelijk geschiedde dit slechts eenmaal ’s jaars, alsmede bij het verschijnen van vorsten of staatsgezanten, die groote geschenken bragten, en later elke maand.

< >