Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-11-2017

Aeschylus

betekenis & definitie

Aeschylus de grondlegger van het Grieksche treurspel, een zoon van Euphorion, werd in het jaar 525 vóór Christus te Eleusis in Attica geboren en onderscheidde zich evenals zijne broeders Amynias en Cynaegurus in den bevrijdingsoorlog zijns vaderlands in de veldslagen bij Marathon, Salamis en Plataea. Later begaf hij zich naar Sicilië, waar hjj in het jaar 456 overleed.

Over de opvoeding van dezen dichter kunnen wij weinig mededeelen. Het schijnt, dat hij een aanhanger was der wijsbegeerte van Pythagoras en tevens ingewijd in de Eleusinische geheimenissen. Toen hij hiervan in zijne gedichten gewaagde, werd hij van heiligschennis beschuldigd, en hij had zijne vrijspraak enkel te danken aan zijn dichterlijken roem. Hjj is eigenlijk de eerste, die een Grieksch treurspel geleverd heeft. De eerste proeven van Thespis en anderen bragt hij tot volkomenheid door in het drama de handeling op den voorgrond te plaatsen en de zamenspreking der tooneelspelers in verband te brengen met de liederen van het koor. Hjj was het, die een tweeden tooneelspeler naast den eersten deed optreden en hierdoor de schepper werd van den dramatischen dialoog. Daarentegen beperkte Aeschylus het aantal personen van het koor tot 14 of 15, maar deed hen in een prachtig gewaad optreden en gaf over het geheel aan het tooneel eene andere inrigting. In zijne stukken heeft echter het episch element nog altoos de overhand boven het dramatisch: hun hoofdkenmerk is eene verhevenheid, die schrik en angst verwekt. Zij stellen den strijd voor tusschen de vrijheid van den mensch en het onvermijdelijke noodlot, waarvoor hij zwichten moet. Dat noodlot is echter geenszins gelegen in de krachten der natuur of in den loop der omstandigheden, maar in den ondoorgrondelijken wil der goden, zoodat de mensch zich voor dezen met ootmoed dient neêr te buigen. Daarenboven hebben zijne treurspelen een staatkundig doel. Hij zoekt er het gevoel van vaderlandsliefde, door den strijd voor de vrijheid en tegen de Perzische overmagt aangevuurd, mede te bevestigen. Met den verheven inhoud stemt de taal overeen; zij maakt zelfs van de minst gewone hulpmiddelen gebruik en verheft zich hier en daar tot de grenzen van het onbegrijpelijke.

Het aantal treurspelen, door Aeschylus vervaardigd, wordt op 70 of ook wel op 90 geschat. Er zijn slechts 7 van bewaard gebleven en drie van deze —- Agamemnon, de Choephoren en de Eumeniden — vormen eene trilogie, de eenige die ons uit de dagen der Oudheid heeft bereikt. Het eerste stuk behandelt den moord, door Clytemnaestra, geholpen door haren minnaar, op haren gemaal Agamemnon gepleegd, — het tweede de wraak, door zijn zoon Orestes op zijne pligtverguizende moeder genomen — en het derde den angst van den zoon, die een moedermoord op zijn geweten heeft. Het schijnt, dat ook de overige stukken des dichters uit dergelijke trilogiën hebben bestaan. Ongetwijfeld heeft de gekluisterde Prometheus, een van de diepzinnigste en verhevenste dichtstukken der Oudheid, desgelijks tot zulk eene trilogie behoord, waarvan de vuurroovende Prometheus het eerste en de ontboeide Prometheus het laatste stuk uitmaakte. Van de beide laatstgenoemde stukken zijn slechts kleine fragmenten bewaard gebleven. Van een paar zijner stukken (Prometheus en de Perzen) heeft onze dichter da Costa uitstekende vertalingen geleverd.

< >