Meer dan ééne rivier draagt dezen naam. De grootste van deze gelijknamige stroomen is voorzeker de Zwitsersche. Deze brengt het water van meer dan 150 zijrivieren, die aan de noordzijde der Alpen ontspringen, naar den Rijn. Hare bronnen zijn gelegen op hooge Alpengevaarten, en wel op de plaats, waar de wateren der Noordzee en der Middellandsche zee aan elkander grenzen.
Aan den voet van den reusachtigen Schreckhorn treedt de Aarbach, zich gedurig onder gletschers verbergend, uit eene ontzettende ijskloof te voorschijn. Zij vereenigt zich met de Finsteraar en de Lauteraar, stroomt door het Oberhasli-dal en stort zich bij Handeck schuimend en donderend van eene 60 N, ellen hooge rots. Dan schiet zij bruisend door eene diepe kloof en verbreedt zich een eind wegs beneden Meiringen tot het Brienzer meir, waarin de prachtige Giessbach met hare zeven watervallen nederdaalt. Daarna snelt zij langs Interlaken met zijne prachtige hotels en vormt het Thuner-meir. Van hier vloeit zij als eene rivier naar Bern en spoedt zich eerst westwaarts, dan noordwaarts en vervolgens noordoostwaarts langs Solothurn en Aarau, neemt de Reusz en de Limmat in zich op en bereikt bij Waldshut den Rijn.
In Nassau zijn twee riviertjes en in Waldeck is een riviertje van dien naam. Ook in ons vaderland zoeken wij de Aar niet te vergeefs. Zij komt te Alphen uit den Rijn en valt tusschen Amsterdam en Gouda, en wel bij het Huis ter Lucht, in den Amstel. Aarlanderveen heeft van dit riviertje gedeeltelijk zijn naam ontvangen.
