Aandeel is van eene gemeenschappelijke bezitting het deel, hetwelk iemand als zijn bijzonder eigendom kan beschouwen.
Er zal, bij voorbeeld, eene fabriek gebouwd worden die honderd duizend gulden kost. Geen der vele belanghebbenden bij zoodanige inrigting is in staat of gezind, om die som daaraan te besteden. Nu splitst men die som in aandeelen van duizend gulden en deze worden bij verschillende personen geplaatst. Deze laatsten hebben doorgaans, op grond van hun bewijs of van hunne bewijzen van aandeel aan-spraak op een evenredig deel van de zuivere winst, met het zaamgebragte kapitaal verworven, en die winst noemt men dividend.
In ons land zijn in sommige streken vooral aandeelen in schepen zeer algemeen. Wij komen daarop terug als wij later over reederijen spreken.
