Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Gulden

betekenis & definitie

Gulden (De), in het Latijn florenus, was oorspronkelijk dezelfde als de florijn (zie al daar), namelijk eene gouden munt, welke laatste, na het munten van zilveren guldens, den naam van goudgulden ontving. Volgens eene verordening van keizer Ferdinand I van 1559 moesten 72 goudguldens een mark goud van 18½ karaat bevatten, doch in de 17de eeuw werd de goudgulden door den ducaat verdrongen. De zilveren guldens kwamen in het midden der 17de eeuw in Zwitserland, de Nederlanden en Polen in gebruik.

De Oostenrijksche gulden is verdeeld in 100 kreutzers, en 45 zulke guldens gaan op één tolpond fijn zilver, terwijl van onze Nederlandsche guldens 527/8 op een tolpond fijn zilver gaan, zoodat de Oostenrijksche gulden in innerlijke waarde den Nederlandschen gulden vrij precies 17½ cent te boven gaat. Nu in Polen de Russische munt en in Duitschland een nieuw stelsel is ingevoerd, behoeven wij over den Poolschen en Duitschen gulden niet uit te weiden.