ZUIPEN, (plat) (zoop, heeft gezopen), (onmatig) drinken; (veroud.) tabak zuipen, rooken; zuipend in zekeren toestand brengen: iem. van de bank zuipen; zich zat zuipen;
— aan het misbruik van sterken drank verslaafd zijn;
— o., dronkenschap.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: