ZEEHAAN, m. (hanen), (nat. hist.) groote zeehaan (trigla), zekere visch, ook groote poon en knorhaan geheeten: vliegende zeehaan (dactylopterus volitans), waarvan de borstvinnen bijna even lang zijn als het lichaam; zekere vliegende visch, ook zeezwaluw geheeten ;
—(scherts.) zeeofficier.