WUFT, bn. bw. (-er, -st), licht van beweging; veranderlijk, onstandvastig, wispelturig : een wuft jongmensch; het wufte Fransche volk; dat meisje is erg wuft, niet degelijk;
— iets wuft besluiten, alvorens er goed over nagedacht te hebben;
— niets is wufter dan de openbare meening, niets is meer veranderlijk.
WUFTHEID, v. wispelturigheid;
—, (...heden), onstandvastige handeling.