WIKKELEN, (wikkelde, heeft gewikkeld), door eene gestadige beweging winden om iets, inrollen: zich in de dekens wikkelen ; zich in zijn mantel wikkelen ; eene sigaar wikkelen;
— (fig.) zich in eene lastige zaak wikkelen, zich bemoeien met; zich uit iets wikkelen, zich uit iets losmaken. WIKKELING, v. het wikkelen.