Gepubliceerd op 24-02-2020

Wassen

betekenis & definitie

Het begrip wassen heeft 3 verschillende betekenissen:

1. wassen - WASSEN - (wies, is gewassen), grooter worden, opschieten; de planten wassen en gedijen; die jongen is flink uit de kluiten gewassen, hij is haast volwassen;
— tieren, opkomen: op dit land wast koren; in Frankrijk wassen vurige wijnen;
— meer worden, hooger. grooter worden: het water wast 2 dM., wordt 2 dM. hooger; wassende maan, de maan als zij schijnbaar in grootte toeneemt. WASSING, v. het wassen, de groei, toeneming.

2. wassen - WASSEN - (waste, heeft gewast), met was bestrijken ; gewast taf; beddetijk wassen;
— met was poetsen : het leergoed wassen, in de was zetten.

3. wassen - WASSEN - bn. van was (vervaardigd); een wassen beeld, van was vervaardigd afbeeldsel van mensch of dier;
— het is maar een wassen neus, het is bloot voor den vorm.