WACHTGELD - o. (-en), voorloopige bezoldiging (in afwachting van eene vaste); geld voor het wachthouden; geld dat een ambtenaar ontvangt, die niet meer in werkelijken dienst, doch nog niet gepensionneerd is : iem. op wachtgeld stellen;
...GELDER, in. (-s), ambtenaar, op wachtgeld gesteld;
...GLAS, o. (...zen), (zeew.) zandlooper.