Kiosk
  • Home
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Inloggen

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

Op de hoogte blijven?


  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Afkorting
  • Vervoegen
  • Disclaimer
  • NTD
  • Artikel publiceren?
  • Adverteren
Van Dale 1898

Van Dale 1898

Groot woordenboek der Nederlandsche taal

Gepubliceerd op 02-09-2018

Doch

betekenis & definitie

DOCH. vw. van het beperk, tegenst. zinsverband; ik heb hem genoeg gewaarschuwd, doch hij heeft niet willen luisteren, (doch is deftiger dan maar en legt meer nadruk op de tegenstelling). Vgl. nog ’t voegw. bw. toch.

Gerelateerd

  • Alles over Doch
  • Synoniemen van Doch
  • Spreekwoorden met Doch
  • Lukraak woord

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

Op de hoogte blijven?


  • Home
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Inloggen
  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Afkorting
  • Vervoegen
  • Disclaimer
  • NTD
  • Artikel publiceren?
  • Adverteren
© 2022 Ensie

Inloggen

Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.

Ik ben mijn wachtwoord vergeten