DOCH. vw. van het beperk, tegenst. zinsverband; ik heb hem genoeg gewaarschuwd, doch hij heeft niet willen luisteren, (doch is deftiger dan maar en legt meer nadruk op de tegenstelling). Vgl. nog ’t voegw. bw. toch.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.