Gepubliceerd op 06-12-2018

WAARDIG

betekenis & definitie

WAARDIG - bn. bw. (-er, -st), WAARDIGLIJK, bw. dierbaar, achting, eerbied verdienende: een waardig man; een waardig voorkomen hebben; eene waardige houding aannemen; een waardig gedrag;

zich iets waardig maken, toonen dat men iets waardig is.
WAARDIGHEID, v. eervolle verdienste, hoedanigheid van iets dat waardig is : de waardigheid van iets uit het oog verliezen;
— hij rekende dat beneden zijne waardigheid, hij achtte zich te hoog daarvoor;
— grootheid van handelen, edelheid: met ernst en waardigheid;
—,(...heden), eereambt, eerepost, aanzienlijke betrekking : hij bekleedde daar de bisschoppelijke waardigheid; iem. van zijne ambten en waardigheden vervallen verklaren.