Gepubliceerd op 30-08-2018

Achting

betekenis & definitie

ACHTING, v. de gunstige meening die men omtrent iem. koestert en tevens het gevoel door dat gunstige oordeel verwekt en de daaruit voortvloeiende wijze van bejegenen; hoogachting, eerbied : voor iem. achting opvatten, krijgen, hebben, koesteren, gevoelen;

— iem. achting toedragen, betoonen, bewijzen;
— de achting verbeuren, verliezen;
— achting voor zich zelven hebben;
— iemands achting genieten;
— in achting zijn of staan, geacht worden;
— met achting, met de meeste achting, met alle achting, met verschuldigde achting, (in brieven) op eene wijze die van achting getuigt.