Gepubliceerd op 02-09-2018

Dierbaar

betekenis & definitie

DIERBAAR, bn. (-der, -st), waaraan men groote waarde hecht, dat men liefheeft; de vrijheid is ons dierbaarst kleinood; ons dierbaar vaderland; een eenig kind, een dierbaar pand; de wetenschap blijft mij dierbaar;

— mijne dierbaren, vader, moeder, kinderen. DIERBAARHEID, v.