Gepubliceerd op 06-12-2018

WAAIER

betekenis & definitie

WAAIER - m. (-s), die waait, blaast, wind aanbrengt ;

zeker werktuig dat, in beweging gebracht, dient om het aangezicht te verkoelen (inz. bij dames in gebruik): een zijden, ivoren waaier; de waaier van een pauwestaart, de uitgespreide staartvederen;
— zeker ijzeren of houten afschutsel bij stoepen voor huizen ;
— deel van eene waaiersluis, zie aldaar. WAAIERTJE, o. (-s), kleine waaier.

< >