Gepubliceerd op 06-12-2018

VISCHHAAK

betekenis & definitie

VISCHHAAK - v. (...kaken), bek van een visch;

...KAAR, v. (...karen), bak, mand waarin men visch levend bewaart;
...KAKER, m. (-s), die visch (b. v. haring) kaakt of in vaten zout;
...KANIS, v. (-sen), zie Kanis;
...KAR, v. (-ren), kar, dienstig tot het vervoer van visch;
...KIEUWEN, v. mv. ademhalingsorganen der visschen;
...KOOPER, m. (-s);
...KOP, m. (-pen);
...KORF, m. (...ven), vischkanis;
...KORRELS, v. mv. (plantk.) zekere bessen van een Levantschen boom (menispermum cocculus), die het vermogen hebben om de visschen te bedwelmen;
...KUIT, v. (-en), kuit van visschen;
...KUITSTEEN, o. eene soort van kalksteen, uit kleine ronde korrels ter grootte van vischeieren bestaande, oöliet, veel in de Jura gevonden.

< >