KAAR, v. (karen), vischkaar, ben, zoowel de rugkorf met deksel der visscheis, als de bak met gaatjes waarin visch levend bewaard wordt;
— (molenm.) tremel, bak waaruit het graan tusschen de steenen valt.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: