Gepubliceerd op 06-12-2018

VERSTOPPEN

betekenis & definitie

VERSTOPPEN - (verstopte, heeft en is verstopt), anders stoppen: wegbergen, ongezien maken : zijn geld in eene kous verstoppen; zich achter de deur, het gordijn verstoppen;

— opstoppen, den doorloop van iets belemmeren, luchtdicht, waterdicht maken : de goot, het riool is verstopt; deze pijp is verstopt, het water, de rook kan er niet door ;
— (geneesk.) deze spijzen verstoppen de maag, de darmen, belemmeren de spijsvertering;
— mijn neus, mijne hersens zijn verstopt, van verkoudheid ;
— (fig.) zijn bronnen zijn verstopt, hij kan nergens meer geld krijgen. VERSTOPPING, v. (-en), het verstoppen ; opstopping; (gen.) constipatie, obstructie; verkoudheid. VERSTOPPINKJE, o. (-s).