Het begrip verlegen heeft 2 verschillende betekenissen:
1. verlegen - VERLEGEN - bn. te lang gelegen : dat schip heeft eenige dagen verlegen;
— door liggen bedorven, verkleurd (van goederen);
— waardoor men in verlegenheid komt; (zeew.) verlegen weer, zeer boos weer op zee.
2. verlegen - VERLEGEN - bn. (-er, -st), bedremmeld, onthutst, angstig, beschaamd : zich verlegen maken, om of over iets ; hij was met zijn persoon, met zijn figuur verlegen, wist niet, hoe hij zich te houden had ;
— verlegen zijn om, behoefte hebben aan, noodig hebben: om geld, om hulp, om raad verlegen zijn;
— hij is nooit om een antwoord verlegen, heeft altijd een antwoord klaar. VERLEGENHEID, v. onaangenaam gevoel dat iem. ondervindt, als hij in bijzijn van anderen zichzelf gebrek aan kennis of kunde toeschrijft: iem. uit de verlegenheid helpen, redden; in verlegenheid brengen, raken, zijn ;
— geldelijke verlegenheid, geldnood, geldgebrek.
