VERDUISTEREN - (verduisterde, heeft en is verduisterd), duister, donker maken, worden: die zware gordijnen verduisteren de kamer ; de zon verduistert;
— zijn verstand was verduisterd, beneveld ;
— ontfutselen : gelden verduisteren, gelden gebruiken waarover men niet voor zichzelven beschikken mag. VERDUISTERING, v. i-en), het verduisteren (in alle bet.).