VAMPIER - m. (-s), (bij de Slawische en Grieksche bewoners van zuidoostelijk Europa) een nachtspook, ’t zij dan een gestorven, ’t zij een nog levend wezen, dat ’s nachts rondwaart; slapende menschen en vee aanvalt en doodbijt en hun door de wonde het bloed uitzuigt;
— (nat. hist.) een geslacht van vleermuizen (vampyrus spectrum) in Suriname en Brazilië voorkomende, die zich niet alleen met vruchten en insecten voeden, maar soms ook slapende dieren (en menschen ?) verwonden en door de wond bloed uitzuigen, terwijl zij hun door het zacht bewegen der vleugels koelte toewaaien; (fig.) bloedzuiger, woekeraar.