Trekking - v. (-en), het trekken : er zit trekking in den schoorsteen, de schoorsteen trekt goed ;
— trekwind ;
— de aanvoer van koude lucht door den rooster;
— uitloting: trekking van half Maart tot 1 Mei;
— zekere pijnlijke of stuipachtige beweging (van het aangezicht of eenig ander lichaamsdeel): trekkingen in het been hebben.