Gepubliceerd op 06-12-2018

SPANADER

betekenis & definitie

SPANADER - v. (-s, -en), spier; tongriem; (fig.) hij is van de spanader gesneden, gezegd van iem. die ferm kan praten, die goed zijn woord kan doen. {Spanader werd gew. spanaar, spanaard, zoodat men daar nu hoort: van den spanaard gesneden zijn).

< >