SLANGENEI - o. (-eren, -ers), ei eener slang;
...
ETERS, m. mv. menschen (of dieren) die zich met slangenvleesch voeden;
...GEBLAAS,
...GESIS,
...GESIJFEL, o. geluid dat de slangen maken ;
...
GEBROED, o. slangenbroedsel;
...GEDAANTE, v. de gedaante, de vorm eener slang : de duivel in slangengedaante;
...GIF(T), o. venijn eener slang ;
...GRAS, o. (plantk.) eene soort van gras die men als middel tegen slangenbeten aan wendt;
...HAAR, o. (...haren), (myth.) haar, dat uit slangen bestond, op het hoofd der furiën ;
...HALS, m. (...zen), lange dunne hals;
...HALSVOGEL, m. (-s), eene pelikaansoort {plotus anhinga) met langen dunnen hals die door teekening en beweging op eene slang gelijkt; hij bewoont Amerika en Afrika;
...HOK, o.(-ken);
...HOL, o. (-en);
...HOOFD, o. (-en), hoofd eener slang ; (plantk.) wilde blauwe ossetong; slangekop ;
...HOUT, o. (-en), hout dat men tegen den beet der slangen nuttig acht;
...HOUTBOOM, m. (-en);
...HUID. v. (-en), huid eener slang;
...
KROMTE, KROMME, v. (-n), (meetk.) zekere kromme lijn.