SCHOONHOUDEN - (hield schoon, heeft schoongehouden), zorgen dat iets niet vuil of smerig wordt; zijne kleeren schoonhouden; men kan dat kind niet schoonhouden, het maakt zich telkens vuil;
— geregeld iederen dag of iedere week iets schoonmaken ; eene vrouw gevraagd tot het schoonhouden van een kantoor.